SV | Verder zeide de koning tot Simei: Gij weet al de boosheid, die uw hart weet, die gij aan mijn vader David gedaan hebt; daarom heeft de HEERE uw boosheid op uw hoofd doen wederkeren. |
WLC | וַיֹּ֨אמֶר הַמֶּ֜לֶךְ אֶל־שִׁמְעִ֗י אַתָּ֤ה יָדַ֙עְתָּ֙ אֵ֣ת כָּל־הָרָעָ֗ה אֲשֶׁ֤ר יָדַע֙ לְבָ֣בְךָ֔ אֲשֶׁ֥ר עָשִׂ֖יתָ לְדָוִ֣ד אָבִ֑י וְהֵשִׁ֧יב יְהוָ֛ה אֶת־רָעָתְךָ֖ בְּרֹאשֶֽׁךָ׃ |
Trans. | wayyō’mer hammeleḵə ’el-šimə‘î ’atâ yāḏa‘ətā ’ēṯ kāl-hārā‘â ’ăšer yāḏa‘ ləḇāḇəḵā ’ăšer ‘āśîṯā ləḏāwiḏ ’āḇî wəhēšîḇ JHWH ’eṯ-rā‘āṯəḵā bərō’šeḵā: |
Verder zeide de koning tot Simei: Gij weet al de boosheid, die uw hart weet, die gij aan mijn vader David gedaan hebt; daarom heeft de HEERE uw boosheid op uw hoofd doen wederkeren.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Verder zeide de koning tot Simei: Gij weet al de boosheid, die uw hart weet, die gij aan mijn vader David gedaan hebt; daarom heeft de HEERE uw boosheid op uw hoofd doen wederkeren.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!